Talal Derki keert terug naar zijn geboorteland, waar hij het vertrouwen krijgt van een radicaal-islamitische familie, die hun dagelijks leven deelt gedurende meer dan twee jaar. Zijn camera geeft een uiterst zeldzaam inzicht in wat het betekent om op te groeien in een islamitisch kalifaat.
In een kleine Servische enclave in Kosovo woont de tienjarige Nenad met zijn vader Vojislav en zijn zieke opa Milutin. Behalve hen zijn de orthodoxe priester Drazha en een dertigjarige leraar de enige Serven in de omgeving.
In het begin van de 14de eeuw staat Vlaanderen onder Franse voogdij. In West-Vlaanderen zijn hiertegen opstanden ontstaan. Vooraanstaande Fransen komen de oude graaf van Vlaanderen vragen zich naar de Franse koning te begeven en zich te onderwerpen. Hij vertrekt en wordt gearresteerd. Wanneer kort daarna Fillips De Schone een bezoek brengt aan Brugge, wordt hij maar koel ontvangen. De bevolking wordt opgehitst door de oude deken van de weversgilde, Pieter De Coninck, en ook Jan Breydel laat zich niet onbetuigd. Intussen oefent de Franse edelman Jacques de Chatillon een waar schrikbewind uit in Brugge. De opstandelingen verlaten de stad. Franse soldaten vergrijpen zich aan de achtergebleven families: de moord op moeder, de broer en de zus van Jan Breydel gooit olie op het vuur. De Vlamingen nemen wraak op de Fransen. Als koning Filips dat verneemt, stuurt hij een leger naar Vlaanderen om de rebellie de kop in te drukken. De Vlamingen verzamelen zich en wachten de strijd af.